U bent hier

Zorginstelling

node.tpl.php

Elektronisch voorschrijven verplicht - waar beginnen we aan?

Prescriptor denkt allereerst aan de primaire zorg van de voorschrijver: de zorg voor de patiënt! Voor de medicatie-overdracht in een zorgketen is communicatie met andere zorgverleners, waaronder de apotheker, van belang. In veel instellingen wordt juist eerst naar de medicatie-overdracht gekeken en vervolgens de kortste route voor een recept aangeboden.

Elektronisch voorschrijven heeft zich gedurende de afgelopen dertig jaar ontwikkeld tot een geaccepteerde werkwijze. Vaak werd het bedacht vanuit de ontvanger, zoals de apotheker, en te weinig vanuit de verzender, zoals een voorschrijver. Niet verwonderlijk aangezien instellingsartsen, in tegenstelling tot huisartsen, zelden beschikten over een EPD .

Veiligheid

In zorginstellingen draait voorschrijven, naast rationele en adequate farmacotherapie, steeds meer om medicatieveiligheid. Polyfarmacie, speciale richtlijnen en behandelkeuzes voor ouderen, vermijdbare of verlengde hospitalisaties als gevolg van geneesmiddelgebruik zijn belangrijke issues geworden. Dat vraagt in een dergelijke zorgomgeving om kennismanagement en gerichte ondersteuning op de werkvloer. ICT-hulpmiddelen zijn daarbij tegenwoordig onmisbaar.

Het ‘alleen maar’ elektronisch verwerken van voorschriften (het zogenaamde ‘order-entry’) is daarbij niet meer voldoende. De uitdaging is juist de kwaliteit en de veiligheid van de farmacotherapie in een zorginstelling meer groepsgebonden te verbeteren en niet alleen het voorschrift als ‘elektronisch boodschappenbriefje’ in de computer van de apotheek te registreren.

Die uitdaging neemt Prescriptor serieus; de voorschrijfmodule is binnen een keten van klinische systemen een belangrijke schakel. Prescriptor is allereerst naadloos geïntegreerd in het EPD van de arts. Relevante patiëntkenmerken worden tussen het EPD en Prescriptor (tijdelijk) uitgewisseld ter ondersteuning van een rationele en probleemgerichte toepassing van farmacotherapeutische richtlijnen. Door deze koppeling is het mogelijk om medicatieveiligheidsaspecten zoals interacties, contra-indicaties, dubbelmedicatie en allergieën vooraf mee te laten wegen in de uiteindelijke therapiekeuze.

Eigen voorkeuren

Prescriptor biedt naast een referentiebestand met richtlijnen een bijkomende oplossing. De instellingsarts kan namelijk met behulp van aanvullende ‘tools’, de zogenaamde Wizard, in samenwerking met de apotheker kennismanagement ter hand nemen en aansluiting zoeken met nabije zorgketens en lokaal overleg. Op die wijze worden eigen afspraken, unieke keuzes en eventueel kostenbesparende regionale en/of lokale voorkeuren in het bestand met richtlijnen en voorschriften opgenomen.

Voor informatie:
R.F. Brenninkmeijer, 'Elektronische toepassing van formularia in de praktijk. Naar groepsgebonden, rationeel voorschrijven. Pharmaceutisch Weekblad, 2005 (5): 164-167. http://www.pw.nl/upload/2005PW0164.pdf